Gedicht 04 - Relativeren

Ik leef in het verleden. Maar de woorden die ik nu spreek ontstaan in het heden. Zie je mijn woorden wegzweven en verbleken naar het verleden? Het nu is het enige dat bestaat zeggen ze, het verleden is geleden. Maar alles dat nu ontstaat en gebeurt wordt door het verleden meegesleurd. Ik vraag niet om verzoening van de toekomst die nog wacht. Het is de gedachte waarvan ik wou dat ik hem snapte. Vaak als ik relativeer, dan is m’n leven prachtig.

Vorige
Vorige

Gedicht 05 - De Stabiele Dimensie

Volgende
Volgende

Gedicht 03 - Geen Verlangen Meer